Wie zegt Bilbao, zegt het Guggenheim Museum.
Tenminste, dat geldt voor mij. Niet voor Ben. Hiervoor had Ben er namelijk nog nooit van gehoord. Ook niet zo gek hoor. Onze cultuurbarbaar is namelijk anti-museum.
Daarom ook best wel een schok voor mij, toen Ben een paar jaar geleden voorstelde om een museumjaarkaart aan te schaffen. We waren zo vaak met “Ons Motje” op pad in Nederland. En na drie bezoeken hadden we dat “ding” er toch al uit, aldus Ben. Bij die drie bezoekjes is het zo’n beetje gebleven.
En nu staan we dan op het perron in Bilbao.
Omdat ons treinritje vanaf de camping naar San Sebastian ook goed was bevallen, deden we dat ook maar naar Bilbao. Deze reis duurde iets langer: namelijk 2 uur en een kwartier! Zeg maar een soort hop on-hop off-ritje. Op elk station stapte iemand uit, maar ook iemand in en we hadden genoeg te zien onderweg.
We lopen vanaf het station Bilbao binnen, een soort Rotterdamse Erasmus-brug over en tussen de poten van een reusachtige spin door. Welkom bij het Guggenheim Museum!
En ja hoor, nog voor we binnen zijn: “Joyce, je gaat niet alles staan lezen, hoor!” Pfff. Dat wordt een geweldige dag. Als ik had voorgesteld dat hij buiten een terrasje kon pakken en ik alleen zou gaan, had hij het goed gevonden.
Ik hou m’n mond.
Met onze telefoon kan je een QR-code scannen en daarmee heel het museum door geïnformeerd worden. Hartstikke handig als-tie het doet. Hij doet het….. heel even. Ik zeg niet veel en Ben wordt lichtelijk geïrriteerd.
Gelukkig is er een tentoonstelling van bijzondere en zeldzame auto’s en dat heeft zijn interesse.
Intussen probeer ik zo weinig mogelijk te lezen.
En dan. Dan komen we in een grote ruimte met schilderijen, waarvan eentje meteen opvalt. Er staat een man op met duidelijk aanwezig een piemel. En dat trekt zo ieders aandacht, dat het hét meest gefotografeerde item in de zaal is. Vanaf een afstandje zien we hoe bijna iedere volwassene binnenkomt, kijkt, lacht en er bijna meteen een foto van maakt.
Maar dan. Een klas van zo’n 15 kinderen in de leeftijd van een jaar of 6. Samen met hun juffen en een gids. In eerste instantie lopen ze in tegenovergestelde richting de zaal binnen waar een schilderij wordt besproken.
Het is wachten op……
En ja hoor, één van de kinderen is afgeleid, kijkt in het rond en krijgt het schilderij in het oog. Hij stoot z’n buurman aan en samen hebben ze de grootste lol. De twee worden uit elkaar gehaald door een juf en moeten luisteren naar de gids.
In de tussentijd zijn ze verplaatst naar het schilderij er notabene vlak naast en hebben de meeste andere kinderen het schilderij al gezien. Hoe kan je je nou als kind concentreren met zo'n schilderij naast je, als zelfs volwassenen er al foto’s van maken?
Even later krijgen ze ook uitleg over het schilderij van “de man met de piemel”.
Of hen iets opvalt aan de man?
Maar zoals vaak bij kunst, is het niet altijd wat het lijkt.
Eén voor één steken de kleuters de handen omhoog.
Hij had geen armen, maar heel veel borsthaar.
Een snor.
En tanden.
En dé piemel? Daar werd niet meer over geluld.