Senang

vrijdag, 4 juni 2021

Geplaatst door Joyce van der Lee op 9 juni, 2021

Bolsward, de 8e stad van de Elfstedentocht, maar ook de stad waar mijn vader is opgegroeid. Sinds 2014 is hij weer terug in deze stad. Begraven bij mijn opa en oma.

Ben en ik zijn neergestreken in Lollum, ongeveer 10 km van Bolsward. Ja, dat bestaat echt. Zelfs menig Fries die we hier tegenkomen weet het bestaan er niet van. Zo klein is het. Twee straten, 3 kerken en een kroeg. Dat laatste is hier bijna net zo belangrijk als in Brabant, dus Ben voelt zich hier ook al snel thuis.
 
We hebben net even een plantje gekocht en mijn wens is om eerst even langs mijn vader te gaan. Kijken of hij thuis is. Zo vaak zijn we hier niet en is het voor mij gevoelsmatig een fijn moment. Fijn is misschien een beetje vreemd gekozen, maar het is in ieder geval een moment dat mijn vader niet meer zo’n bromt als vroeger en hij mij nu tenminste laat uitpraten.

Mijn vader. Goh, alweer 7,5 jaar geleden….
Op 29 oktober 2013 overleed hij na een kort, maar heftig ziekbed aan de gevolgen van kanker en COPD. Alweer 7,5 jaar…. wat gaat de tijd toch snel…..
Ik weet nog zo goed, dat ik op een gegeven moment zelfs bijna dagelijks naar Rotterdam reed om bij mijn vader te zijn. Om de laatste momenten met hem te delen. Alsof ik mijn “verloren tijd” alsnog in wilde halen. De laatste dingen te kunnen vragen, zolang het nog kon.

Hij sprak nooit over vroeger. Over de tijd die hij in zijn jeugd in zijn geboorteplaats Semarang in Indonesië had meegemaakt. En hoe ze na de oorlog naar Nederland met de boot moesten komen. Hún land moesten verlaten. Niet meer welkom in hún Indonesië waren….. En hoe hij dus als een “vreemdeling” uiteindelijk in Bolsward terecht kwam.
Een Indische jongen in de Friese stad Bolsward.
Ik heb een krantenknipsel van een schoolklas met daarop mijn vader. Allemaal échte Hollandse jongens met blond haar en daar tussenin mijn vader met zwart haar en een getinte huid. Hij lacht, maar wat zal hij het zwaar gehad hebben in die tijd.

Mijn vader was een bijzondere man met een gebruiksaanwijzing. Hij had een eigen mening en stak die ook niet onder stoelen of banken. Mijn vader werd gelukkig na het behalen van zijn technische opleiding, door mijn opa naar Rotterdam gestuurd. Daar zou meer werk zijn.

Daar ben ik mijn opa overigens nog heel erg dankbaar voor, anders had ik nu Fries gesproken en was ik hoogstwaarschijnlijk voor SC Heerenveen geweest.

Mijn vader is nooit meer terug geweest naar zijn geboortegrond, zijn roots, zijn herinneringen. Die tijd is er nooit voor geweest. Nooit voor vrijgemaakt. En is er nooit tijd voor genomen.
Tijd. We staan er eigenlijk niet bij stil. Soms pakken we wel even ons “momentje”, maar daarna gaan we “gewoon” weer verder.

Ik kijk nog eens naar de foto van mijn vader en ik besef eigenlijk dat ik hem ondanks zijn eigenaardigheden en de zorg die we hadden soms best weleens mis. Maar toch ook kan zeggen, “het is goed zo”, ik voel me “senang”.

Ben en ik fietsen het stadje Bolsward binnen. De zon schijnt volop en de temperatuur is prima. We nestelen ons op één van de twee terrassen en besluiten hier de rest van de dag niet meer weg te gaan. Weer een Elfstedenstad, die we kunnen afstrepen. En weer een reden om dat te vieren.


Joyce van der Lee

Delen