De Tutana

woensdag, 2 juni 2021

Geplaatst door Joyce van der Lee op 7 juni, 2021

En weg zijn ze. Na bijna een dag van instructie, inruimen, repareren en wennen aan de ruimte, kiezen onze Duitsers dan eindelijk het sop. Voor hen waarschijnlijk “eindelijk”. Voor ons “jammer”. Want jonge, jonge, jonge, ik dacht altijd dat ík traag was, maar dit….

Gisteren kregen we ineens nieuwe buren. Geen camperaars, maar bemanning. Dat is niet raar, aangezien we met “Ons Motje” neergestreken zijn in de Jachthaven van het Zuid-Friese Warns. Dan is de kans wel erg groot dat je dat soort mensen tegen gaat komen. Maar deze bemanning was nu nét iets anders, dat hadden we meteen al in de gaten.

Het begon al met hun lading.
Elke schipper die een paar dagen met zijn boot er op uit gaat, maakt gebruik van een soort kruiwagen om daarmee zijn spullen van de auto naar de kajuit te vervoeren. Aan een verhuiswagen hebben deze Oosterlingen nog niet genoeg. Man-o-man, er ligt me toch een partij goederen op de kade. Buiten de échte Duitse donzen dekbedden – 25 tot 30 graden in het vooronder gok ik – staan de kratten bier, zelfgemaakt eten in met aluminium-afgedekte schalen voor wel een weeshuis er ook nog tig tassen met kleding op een enorme berg op de kade.
O ja en zeker wel 12 grote flessen water, want water uit de kraan drinken dát doen die Duitsers in het buitenland natuurlijk niet.

Ja, deze bemanning is anders. Deze bemanning is namelijk niet geoefend in het varen met een zeilboot. En zeker niet met een zeilboot van zo’n 14 meter lang. Deze bemanning moet het namelijk nog leren.....

Om toch maar niets te hoeven missen van het spektakel draaien we onze stoelen met uitzicht van het open water naar het uitzicht op de haven. Het eten en drinken, waarvan wij denken dat het voor wel 12 personen blijkt te zijn, is voor welgeteld 5 man. Dat die Duitsers grote monden blijken te hebben wordt maar weer eens bevestigd.

Om op de boot, genaamd de "Tutana" zelf te komen is al een hele happening. Er ligt maar een smalle kleine vlonder naast en je hebt niets om je eraan op te trekken. De reling van de zeilboot is een nietszeggend koord waar iedereen zich aan optrekt. Ook de zwaarste. Een “echte” Duitser met een paar pondjes te veel en die het niet slecht zou doen in het tv-programma op TLC “My 600-lb Life”, trekt zich eraan op. Terwijl hij al zwaaiend op z’n Snollebollekes van links naar rechts over de boot naar achteren loopt, vraag ik me af hoe dat straks zal gaan met slapen in die kajuit.

Van de 5 personen blijkt welgeteld eentje iets van het begrip zeilen iets af te weten. Met alle macht probeert hij – de kapitein - dan ook al zijn kennis over te brengen alsof zijn leven ervan afhangt. Om de aandacht dan ook maar vast te houden is al een hele kunst. Voor het oefenen worden beide zeilen uit- en ingedraaid. Het zeil in en uitdraaien is een flinke klus en de man loopt al zwetend van voor naar achter, terwijl de groep ademloos toekijkt.

Zo lijkt het “lesje” knopen leggen goed te gaan. Weliswaar bij 3 van de 4, want terwijl de kapitein alweer bezig was met een andere instructie, staat nummer 4 nog te kloten mat z’n stukje touw en doet verwoede pogingen om maar een knoop in z’n touwtje te krijgen. Ik hoop dan ook maar dat hij tijdens het zeilreisje ingedeeld gaat worden als koksmaatje en niet toevallig net zijn touw om die ene boei moet leggen wanneer ze ergens een nachtje kunnen overnachten.

Gisterenavond hoor ik ze nog even lekker klinken met veel wijn uit de Moezel en weet ik welk weizen-bier er nog meer doorheen gaat. Ze hebben er veel zin en vertrouwen in.

Als ik in de ochtend wederom de kapitein de boot zie inspecteren en er twee techneuten iets bij de mast repareren, vraag ik me af of hij ook net zoveel vertrouwen heeft als zijn gasten. Hij neemt ze nog een keer mee de hele boot langs. Dit keer gaan wel de beide zeilen vloeiend in én uit. Aan iedere kant staat iemand met een boei om de boot te beschermen. Ze zijn los.

Of die ene man inmiddels wel die knoop gelegd kan krijgen in het touw dat weet ik niet, maar toch vraag ik me af of ze niet beter een huisje in Zeeland hadden kunnen huren. Met net zoveel bier, wijn en eten en een héél schoon
bedje met een Hollands donsje dat niet beweegt.


Joyce van der Lee

Delen