Terwijl het in het westen van het land met bakken uit de hemel komt, worden vriendin Marjo en ik uit “Ons Motje” gezet door Ben. Gelukkig, hier in het Overijsselse Hardenberg schijnt de zon en is de lucht prachtig blauw. We treffen het met onze start van weer een weekendje “Pieterpatten”.
Na een nachtje op camperplaats "Hofvliet" in Zwolle, hebben we net Marjo opgepikt bij "Van der Valk" in dezelfde stad. Onderhand onze vaste carpool-plek, wat de van der Valkjes inmiddels toch wel moet gaan opvallen, Hier worden namelijk wel meer afspraakjes gemaakt met soms louche praktijken en liefdes-koppels zoals wij er waarschijnlijk net eentje op deze vroege morgen aan elkaar geplakt aantreffen op de parkeerplaats. Even nog een innige knuffel en hup daarna weer terug naar het “warme nest met kids”, alwaar ze ooit eens het ja-woord aan hebben gegeven. Ja, ja…
Ten noorden van Hardenberg zijn we er dus uitgegooid. Dat was ook de plaats waar we de laatste keer het stuk Pieterpad hebben afgesloten en wat we nu weer gaan vervolgen. We nemen tijdelijk afscheid van Ben wiens taak belangrijk is voor ons. Namelijk doorrijden naar onze eerste overnachtingsplek. Ja, we hebben de taken goed verdeeld, dacht ik zo.
De rood-witte aanwijzingen zijn duidelijk aangegeven en de route is snel weer opgepikt.
Hardenberg, niet zo groot, maar wel groot genoeg om te winkelen. Gelukkig voor Ben, ligt mijn bankpas in de camper en is mijn tijd kostbaar. Nadat we dwars door het kleine, maar levendige centrum worden geleid, zijn we er ook zo weer uit.
Maar ook meteen weer terug in landelijk gebied waar we met een kronkelpad doorheen geleid worden. Het pad dat ons ook naar een verderop gelegen bruggetje zou moeten leiden was nu echter bezet door een kudde koeien. Op ons pad. Met kroost. Van een afstand denken we er nog mooi langs te kunnen lopen, maar zodra we een paar passen in hun richting hebben gezet zien ze er toch wel iets groter en gevaarlijker uit dan gedacht. Daarbij houden de Berta’s 1 tot en met 15 ons ook écht in de gaten. Nee, dat gaat hem niet worden. In ieder geval niet via “ons” pad.
Er omheen lopen misschien? We lopen samen voorzichtig met een wijde boog richting het bruggetje. Nou ja samen. Marjo loopt en ik loop achter haar aan. Dat voelde beter. Maar zodra we ook maar één pas in de richting van de dikke dames zetten, draaien ze één voor één hun kop onze richting op. En als één golf gingen steeds meer koppen onze richting uit. Oh oh, dit voelt niet goed, dit voelt helemaal niet goed. Stond er net niet iets op dat houten bordje toen wij langs dat klaphekje liepen? Ons praten was inmiddels overgegaan is fluisteren en ik probeerde me daarbij ook nog eens zo klein mogelijk te maken. Nou, ik en klein maken? Dan blijft er nog héél véél over kan ik je zeggen. En dat zagen die beesten hoogstwaarschijnlijk ook. Ze bleven ons als één kudde aanstaren en lieten dat niet meer los. Nog van één schrapende koeienpoot en enkele meters van de meiden verwijderd, besloten we toch maar eieren voor ons geld te kiezen en een stapje terug te doen om een alternatieve weg te zoeken.
Onze kennis van het boerenleven plus vee bleek achteraf net genoeg geweest te zijn om te weten wat niet verstandig was, want toen we aan het einde van een alternatieve weg het landelijke gebied verlieten, troffen we een bordje aan met o.a.
“Waarschuwing: De dieren die in dit gebied grazen, kunnen onvoorspelbaar reageren.
- Houd minimaal 25 meter afstand…..
Betreden op eigen risico……"
Inschatten van afstanden is nooit m’n pluspunt geweest. En was er niet zo’n spreekwoord van “Geluk is met de domme”? We hadden geluk. Laat ik deze blog hier maar mee afsluiten.