Het gaat steeds beter

donderdag, 20 augustus 2020

Geplaatst door Joyce van der Lee op 25 augustus, 2020

Voorbij. Zolang naar uitgekeken en voor je het weet is het weer voorbij. De vakantie. Na precies 3 weken en één dag zijn we weer thuis met “Ons Motje”. Thuis na een toch wat bizarre reis. Een reis die eigenlijk een half jaar geleden niet gepland stond. We zouden met het hele gezin naar Indonesië gaan, omdat Ben en ik 25 jaar getrouwd waren. Een rondreis naar het land waar mijn roots liggen. De reis was al helemaal in kannen en kruiken en toen kwam de Corona……. Gecanceld en uitgesteld tot volgend jaar. Zoals voor zovelen.

Wat niet zovelen hebben, maar wij gelukkig wel, is “Ons Motje”. Het enige dilemma wat wij nog hadden was: blijven we in Nederland of gaan we verder dan de grens? In verband met de Corona wilden we ook geen risico nemen. Maar voor ons werd het al snel duidelijk. We gingen toch de grens over en naar het zuiden. Wel zouden we dit jaar “ons” Spanje laten voor wat het was en niet verder reizen dan Frankrijk. Op zich al een hele uitdaging, aangezien zoals jullie weten wij vrijwel geen woord Frans spreken. 
Het bleek een juiste keus, Wat was het rustig onderweg en op onze verblijfplaatsen. Heerlijk! Frankrijk heeft mooie camperplaatsen, is een prachtig land, met lekkere wijnen, geweldig weer en de Fransen zelf?.....mmmm, sommigen vallen mee….

Na nog twee nachtjes in Luxemburg te hebben gestaan, maken we vandaag nog de laatste kilometer naar huis. We rijden de straat in en….. de oprit is vrij! Anders dan vorig jaar hebben de jongens aan ons gedacht. Ze weten dus dat we thuis komen, aaaahhhh….
Als we “Ons Motje” op de oprit hebben gezet doe ik de voordeur open. Ohw, dat gaat makkelijk. Geen folders, post of andere zooi op de mat, denk ik nog in een flits. Ik stap de hal binnen en …. Ik zie de twee jongens op de trap zitten. “Hallo, welkom thuis!” Nou, dat is leuk. Zo’n ontvangst hadden wij nooit verwacht. Hebben die onze GPS-coördinaten in een app of zo? Na de altijd onhandige, maar o zo op-z’n-moeders-fijne-knuffel die ik van die twee lange gasten krijg, lopen we verder met ze de woonkamer in en ik zie meteen…. De planten! Ze leven allemaal nog! Wat knap van ze!
De post en foldertjes die ik op de deurmat had verwacht, liggen netjes op stapeltjes op de tafel. De vijver is goed vol, maar dat was begreep ik het gevolg van: nog even naar de supermarkt én wat Youtube-filmpjes kijken én dan net op tijd de kraan dicht doen of zoiets, maar goed….
De parkiet en de schildpad leven ook nog, alhoewel de laatste behoorlijk doorvoed is. Maar wat wil je na twee potten voer leeggeschud te hebben, die eigenlijk bedoeld waren voor een half jaar en niet voor 3 weken.

Een verdere “inspectie” door het huis leert ons, dat er dit keer niet minder pizza’s zijn gegeten, maar dat de papierbak dit keer wel op tijd buiten aan de straat is gezet. En tevens alle pedaalemmers, de prullenbakken en de grijze vuilcontainer voorzien zijn van een schone zak, waardoor de maden en ander ongedierte ons met deze temperaturen gelukkig bespaard zijn gebleven.

In de garage tref ik twee volle kratten lege flessen aan. Een groot aantal flessen die de kratten niet gehaald hebben liggen er op een berg naast. Kennelijk hebben de mannen niet beseft wat een opbrengst ze aan statiegeld hebben laten liggen.

Als ik de keuken in wil lopen, hoor ik al een “Maar….” Ik denk, nu zal je het hebben. Maar in de keuken ziet alles er perfect uit? Nog voordat ik bij de koelkast ben en deze open wil doen, wordt de zin verder afgemaakt. “….jullie zullen wel boodschappen moeten doen. Want alles is écht op!” En inderdaad. Dat was geen overbodige info. De koelkast is leger dan leeg, net als de vriezer, voorraadkast en de opslagruimte in de garage. De illusie dat ze nu héél misschien wel op zichzelf zouden kunnen wonen is in één klap weg. Maar het geeft ook wel een fijn gevoel dat ze waarschijnlijk heel diep in hun hart toch best wel een beetje blij zijn dat we weer thuis zijn. Al is het alleen maar voor het doen van de boodschappen.
Onze vakantie, gelukkig is het voor die mannen zo voorbij.


Joyce van der Lee

Delen